Als je dacht alles wel te weten wat kookboeken kunnen bieden, dan ken je dit boek nog niet. Ongelooflijk hoe oorspronkelijk deze auteurs zijn. Zelden heeft een kookboek mij zo verrast. ‘Eten is een wereldtaal’, zegt David Frenkiel in zijn inleiding. Deze uitspraak doordesemt het hele boek. David en zijn vrouw Luise reisden naar vele uithoeken van de wereld met hun dochtertje van nog geen jaar oud. Ze kookten en aten al gezond, natuurlijk en ‘groen’ en hielden zich overal aan deze principes, maar nooit ‘te’ en heel flexibel. Hun motto is: luister naar je lichaam en pas je aan aan het land waar je bent. Zo bieden ze geen regime, maar een nieuwe, frisse blik op eten. Er is veel aandacht voor het ontbijt - met een breed spectrum aan ingrediënten. Er is wonderbaarlijk lekker ‘streetfood’, wat je ook nog vrij eenvoudig zelf kunt maken. De salades en ook de soepen zijn zó rijk dat ze bijna maaltijden kunnen zijn; de hoofdgerechten zijn zeldzaam inventief en veelzijdig. De nagerechten zijn niet al te simpel, wel zeer origineel; voor een kleine, zeer gemotiveerde doelgroep. De ‘smaakmakers’ zijn een ware eyeopener. Met register en prachtige foto's. Verberg tekst