Voor het kringgesprek van aanstaande maandag heeft de klas van Roos de opdracht om iets mee te nemen en erover te vertellen. Roos wil onderzoeker worden en heel graag iets nieuws ontdekken wat nog nooit gevonden is. Daar wil ze de klas over vertellen, maar hoe moet ze dat aanpakken? Ze weet niet wat en ze weet ook niet waar! Ze begint maar met het tekenen van een kaart zoals ontdekkingsreizigers gebruiken. Ze tekent en ze tekent en in haar fantasie maakt ze de mooiste reizen. Door een stad en door de zee, door de ruimte en met een trein door de bergen. Het zijn prachtige kaarten, net als in een atlas, en de een is nog mooier dan de andere en met zo veel details dat er steeds iets nieuws op te ontdekken valt. Maar heeft Roos nu iets ontdekt om over te vertellen in de klas? Prentenboek, vertaald door Imme Dros, dat duidelijk maakt dat met dromen, fantasie en vindingrijkheid van alles mogelijk is. De setting van het verhaal is middenbouw basisonderwijs, te zien aan de opdrachten en het lesrooster aan de muur, maar de uitvoering is een prentenboek. Geschikt om voor te lezen aan (onderzoekende) kinderen vanaf ca. 5 jaar, maar, mede door de vele kaarten die kunnen worden uitgeplozen, ook nog leuk voor iets ouder.