De bewonderaars van de veelal op sociaalpolitieke actualiteiten stoelende thrillers van de roemruchte ex-politicus hebben lang op deze twaalfde, zeker geslaagde roman moeten wachten. Het boek bestrijkt veertien dagen van september 2001 in New York, Londen, Boekarest, Moskou enz. Een huiveringwekkend hoogtepunt is natuurlijk de ontsnapping van 83-hoog van de heldin, een kunsthistorica van Roemeense afkomst, uit het World Trade Centre op 11 september, zonder al te goedkope sensatie beschreven. Ook de hoofdschurk is een Roemeen, wijlen dictator Ceascescu's smokkelaar en witwasser van gestolen staatskasmiljoenen, waarmee hij een bank heeft overgenomen alsmede Ceascescu's uitzend keukenmesmoordenares, een gesjeesde turnster met stukgelopen Olympische ambities. De moord en doodslag draait om een zeer listig complot teneinde een van de laatste Van Goghs in privébezit in handen te krijgen. De ontknoping is eigenlijk te sprookjesachtig mooi om waar te zijn, maar dat zal de leespret niet drukken. Vlot leesbaar vocabulaire, maar niet voor beginners. Pocket met kleine letter en smalle bindmarge. Verberg tekst