‘Ik zal op je passen en tussen jou en je vijanden staan’. Anchesenamon, Amany voor haar familie, was veel meer dan de schaduw van farao Toetanchamon, ze was zijn halfzus, echtgenote en vanaf zijn geboorte vooral zijn beschermer. In 1922 werd het graf van deze farao geopend, zijn mummie maar ook grote schatten uit zijn leefwereld werden gevonden waardoor het mogelijk werd het leven uit die tijd te reconstrueren. In deze op, historische feiten, gebaseerde roman wordt het leven van Toet (zoals we hem kennen) beschreven vanuit het perspectief van zijn halfzus. Zo krijgen we een boeiend beeld van de ontwikkeling van een meisje in een Egyptisch paleis, op het papier weergegeven in smalle banen, lezend alsof het poëzie is. Het verhaal wordt afgewisseld met kaders waarin het leven in die tijd wordt beschreven (‘Hoe je een mummie maakt’) waardoor er een extra laag is toegevoegd. Aansprekend taalgebruik zoals: de troon van Toet was maatje ‘kinderbips’. De indrukwekkende illustraties van Djenné Fila, in prachtige kleuren, vooral blauw, donkerrood en goud, geven een extra dimensie en vooral een diepere betekenis aan het verhaal. Vanaf ca. 12 jaar. Verberg tekst

Een verhaal over farao's, maar vooral ook over de mensen achter en naast de farao's. Amany is de derde dochter van de heersende farao, maar ook de meest rebelse en meest intelligente. Ze heeft al zeer snel door welke plaats iedereen heeft en hoe de verhoudingen onderling zijn. Wanneer haar broertje geboren wordt, legt ze voor zichzelf een eed af: ze gaat hem beschermen en sterker maken, hem onderwijzen en zijn schaduw zijn.

Je krijgt inkijk in de menselijke kant van de farao's en hun dagelijkse bezorgdheden, maar evengoed word je ingeleid in de wereld van de goden en de priesters, de heersende wetten en de goddelijke status (en zijn handelen ernaar) van de farao.

Djenné Fila maakt dit boek tot een pareltje, ongelooflijk hoe zij in de tijd van toen kruipt en haar illustraties volledig de sfeer van het oude Egypte weergeven. Tot in de details toe is het een kunstwerk, zo staat er bij de start van elk hoofdstuk een hiëroglief getekend. De verschillende delen van het boek worden ingeleid met een bijzonder mooie illustratie die een dubbele pagina beslaat en het lijkt of de tekeningen net opgegraven zijn uit Toet zijn graf. De kleuren zijn vrij donker en sober, maar stemmen volledig overeen met de toen heersende kleuren, het gebruik van goud geeft het boek dan weer iets goddelijks, net zoals de farao's die als goden werden beschouwd. Niet alleen de illustraties maar de hele lay-out is met de nodige zorg en originaliteit bekeken geweest. De tekst staat bijvoorbeeld gecentreerd, wat doet denken aan de papyrusrollen met de oude geschriften erop. De verhalen over de Egyptische goden staan dan in een roodbruine kleur en niet-gecentreerd om duidelijk het verschil te maken. 

Kortom, een boek om te koesteren, om te kijken en te herbekijken, en om ondergedompeld te worden in het bijzondere leven van farao's in het oude Egypte.

Verberg tekst